Ik kreeg naar aanleiding van mijn tuindagboek van 11 mei wat vragen over het stekken van tomaten. En dus op deze plaats even een kort verhaaltje over het stekken van tomaten (want het is echt heel gemakkelijk).
Voor de buitenteelt kun je wel tot en met de hele maand mei stekken. Handig omdat het toch zomaar eens kan gebeuren dat een zaailing dood gaat en je dan een lege plaats of pot hebt die je graag nog zou willen gebruiken voor een goede tomaat. Of wanneer je een dure plant hebt gekocht in de winkel en je er eigenlijk nog wel 1 of 2 bij had gewild.
Voor de teelt in de kas heb je nog wat meer tijd (omdat je daar nog wel tot zo rond oktober kunt oogsten kun je dus ook nog later stekken), zo tot de 2e week van juni (hangt natuurlijk ook een beetje af van de tomaat die je stekt, een vroege cherrytomaat of een late grote vleestomaat)
Afijn. Voor het stekken neemt men een gezonde plant :- ). Zie de eerste foto, een stamtomaat, in dit geval de Turks Muts, een vleestomaat. Toevallig met aardappelblad. Raak daardoor niet in de war, ze is een gewone tomaat, er bestaan nu eenmaal rassen met wat verschillen in bladvorm.
Dit is een stamtomaat, netjes opgebonden en gediefd maar voor het stekken van de tomaat 1 dief laten zitten, onderin de plant.
Op de tweede foto zie je de dief van dichtbij, in de oksel van de plant. gezond en stevig. En al een centimeter of 10 lang en dat is prima.
Bedenk dat kleine diefjes van korter dan 4 centimeter lastiger stekken, simpelweg omdat het diefje nog niet zo sterk en stevig is. Maar mocht je eens per ongeluk zo’n klein diefje afbreken dat je had willen stekken, dan toch gewoon proberen want dat is me zeker ook al een paar keer toch prima gelukt (het grootste probleem met die kleine korte stekjes dat je het stekje minder diep in de potgrond kunt duwen).
Op deze foto heb ik de stek geplukt. Met een bakje water in de hand, de dief gelijk in het water gezet.
Ook al heb je alles al klaar staan om te stekken, dan nog kan ik je adviseren de dief direct bij het plukken in het water te zetten. Want op het moment dat je haar plukt gaat ze dood.
En ook al duurt het bijvoorbeeld maar 2 minuten voor je haar in de grond kunt zetten, dat is eigenlijk 2 minuten teveel (het is misschien een heel vreemde vergelijking maar probeer maar eens 2 minuten je adem in te houden en daarna de trap op te lopen, ik weet zeker dat je makkelijker de trap oploopt als je gewoon 2 minuten door had mogen ademen 🙂 ). Ik bedoel er in ieder geval mee aan te geven dat elke seconde minder stress voor de dief/aanstaande stek helpt aan een makkelijker herstel. En dat geldt trouwens natuurlijk niet alleen voor tomaten, dat geldt voor alle stekken (en ook voor het plukken van bloemen voor in een vaas!). Als je dus iets plukt, voor stek, ent of plukbloem, neem gewoon een bakje of emmertje water mee naar de plant waar je de afgeknipte stengel direct in kunt zetten.
Zorg dat je van tevoren al een potje hebt gevuld met een mengsel van 5 delen potgrond en 1 deel grof zand en/of vermiculiet, dat je al goed nat hebt gemaakt. Prik er met een stokje of je vinger een gaatje in tot ruim de helft van het potjes diep. Want je wilt de stek graag vrij diep in de grond steken. De stek zelf haal je natuurlijk zo laat mogelijk uit het water. Snijd met een scherp mesje de onderkant van de stengel schuin af. Want op deze manier heb je meer oppervlak dat worteltjes kan maken dan wanneer je de stengel recht af zou snijden.
Mocht je stekpoeder hebben, dan is dat handig en doop je de stek nu in de stekpoeder, blaas het teveel aan poeder eraf en steek de stek in de grond. Zonder stekpoeder gaat het ook nog steeds best goed, maar stekpoeder (een potje kost nog geen 10 euro en je doet er jaren mee) zorgt er voor dat schimmels minder kans krijgen en de stekken door de toegevoegde planthormonen sneller worteltjes maken.
In ieder geval steek je de stek in het voorgemaakte gaatje in de grond in het potje, de helft daarvan gaat dus onder de grond. En geef gelijk water (dat heb je in het bakje of emmertje toch nog naast je staan). Liever te nat dan te droog. Het teveel aan vocht loopt toch via de afwateringsgaatjes weg. En het water geven heeft niet direct als doel om vocht te geven maar het water zorgt ervoor dat de grond zich goed om het stekje heen sluit.
Op de foto zie je al dat ondanks de goede zorgen de stek het best zwaar heeft, het blad en de stengels gaan hangen.
Het is nu belangrijk een goed plekje voor haar te zoeken. En een goed plekje is een koel plekje, dus niet in de kas en niet in de zon. Zonder warmte kan de stek makkelijker overleven omdat er geen/minder verdamping van vocht is. En dus staat de stek hier achter het 1000-litervat. Je ziet aan de groene aanslag al dat er weinig tot geen zon komt 🙂 .
En dan is het alleen nog maar belangrijk om haar de tijd te geven, en te zorgen dat ze water krijgt wanneer dat nodig is, laat het potje niet uitdrogen.
Ik heb bovenstaande foto’s gemaakt op 16 mei 2014, de dag dat ik heb gestekt. En hieronder zie je de stek dan op 28 mei 2014, 12 dagen later.
Ze staat weer fris overeind, het blad lijkt zelfs al iets gegroeid. Ze staat nog steeds buiten in de schaduw, en daar mag ze de komende warme en zonnige dagen nog blijven. Maar na het weekend mag ze de kas in. En over een week of 2 is ze dan waarschijnlijk groot en gezond genoeg (met genoeg wortels, dat is het belangrijkst) om uitgeplant te mogen worden.