Ricinus communis

Erg mooie planten die een tuin een tropisch tintje kunnen geven.

In warme landen is ze een vaste plant, of eigenlijk meer een boom, en kan ze wel meer dan 8 meter groot worden.

Hier in Nederland is ze prima als eenjarige te telen en wordt ze ook altijd nog wel zo tussen de 150 en 200 centimeter hoog.

Pas wel op, de zaden zijn extreem giftig (denk aan ricinuspoeder, etc. waar je wel eens op het journaal over hoort), bij het innemen van een paar zaden zelfs al dodelijk voor een kind. Iets om ernstig rekening mee te houden als er wel eens jonge kinderen in de tuin lopen!

De zaden zijn heel groot en gemakkelijk te zaaien, zaai ze in maart bij kamertemperatuur in niet te natte grond en de zaden zullen binnen zo’n 2 weken kiemen. Verspeen de zaailingen gelijk naar een grote pot zodat de zaailingen in de lente binnenshuis al flink kunnen groeien.

Je mag de zaailingen vanaf half mei (na IJsheiligen) uitplanten, geef ze een zonnige en beschutte plaats, en niet onbelangrijk; zorg voor wat extra voeding en vocht. Dan maakt de plant grote tot zeer grote bladeren, langs een dikke hoofdstengel en wordt ze dus wel zo’n 150 tot 200 cm hoog, of zelfs nog iets meer (en ook wel bijna een meter breed), maar dat is dus allemaal afhankelijk van de hoeveelheid zon/warmte/ruimte/voeding/vocht die je haar kunt bieden.

In de nazomer bloeit ze met niet heel erg opvallende wittige bloemen, waarna de juist weer wel opvallende dikke, zacht gestekelde, decoratieve zaadvruchten worden gevormd.

Mijn favorieten; de sierwaarde is de grootte van de plant en de grote bladeren. Er zijn groene rassen, maar de donkerrode rassen zijn wat mij betreft het mooist; donkerrode stelen, groen met rode bladeren, rozewitte bloeiwijzen en rode zaadkegels. Hoe groter en kleurrijker het blad, des te mooier vind ik het zelf. Die rassen worden vaak zonder naam verkocht (hoewel de Carmencita wel altijd de rode vorm is).

Makkelijk om zaden van te oogsten. Er is maar 1 maar; het seizoen moet er lang en mooi genoeg voor zijn, anders wordt het al weer te koud om de zaden in de herfst nog goed te laten rijpen. Na een mooie zomer, en een bloei die vroeg genoeg begint, rijpen de zaden in de herfst. Als ze rijp zijn springen de zacht gestekelde zaadvruchten vanzelf open en kun je de mooie goudkleurig met donkerbruin gespikkelde zaden  oogsten. Doe dat voorzichtig en was je handen daarna goed. Droog de zaden goed en bewaar ze op een veilige plaats, waar geen kinderen komen (in verband met de giftigheid).