Thee uit eigen tuin

De naam is eigenlijk letterlijk overgenomen van het boekje van Peter Bauwens. En dat komt omdat de naam zo toepasselijk is. Het boekje is erg leuk, het gaat uiteraard over thee; welke soorten zijn er (vergeet de ijsthee bijvoorbeeld niet), welke kruiden kun je er voor gebruiken en welke smaken geven die, hoe kun je de thee het zetten, thee van verse producten en thee van gedroogde producten, etc.

Ik drink graag thee, koop vaak (losse) thee in theewinkels, vind het leuk om verschillende smaakjes te proberen, van kruidenthee tot vruchtenthee, groene thee, witte thee, etc.  Het boekje van Peter Bauwens, samen met wat soorten losse thee, bracht me op een middag op het idee om zelf thee te gaan maken. Mijn eigen moestuinthee!

Thee uit eigen tuin

Op de foto zie je thee van citroenmelisse, Zwitserse munt en Aloysia (citroenverbena). Het is een lekkere, frisse, zomerse thee.

Toen begon het inventariseren. Vers is zowiezo geen probleem, en voor gedroogde thee heb ik een droogapparaat, maar er zijn wel soorten die daar niet geschikt voor zijn. Minder geschikt voor het drogen van vruchtjes voor thee zijn bijvoorbeeld frambozen en aalbessen; die bevatten zoveel vocht dat het drogen niet alleen heel lang duurt maar je ook op hoge temperatuur moet drogen, en dan nog wordt het papperig.

Op internet vind je trouwens heel tegenstrijdige informatie over het drogen (eens gelezen dat citroenmelisse op 35 graden gedroogd moet worden en dan in 4 tot 5 uur droog is (nou, op 35 graden deed het er hier zeker 9 tot 10 uur over). Daarom ben ik  een pagina gestart over het drogen, nog niet klaar, maar het begin is er en kun je hier vinden: Het drogen van groenten, fruit en kruiden

Maar goed, bij deze een inventarisatie van welke soorten we zouden kunnen gebruiken in de thee. (zowel bomen als struiken, vaste planten, éénjarigen): bij elke soort hoop ik in de komende maanden een kleine beschrijving te geven van gebruik, smaak, etc.

 

Aloysia triphylla

Wordt ook wel citroenverbena genoemd, en is ook bekend onder de naam ‘verveine’. Het is een niet erg winterharde heester die in pot ruim 120 centimeter hoog kan worden. Wel redelijk bestand tegen vorst maar de combinatie van vorst en natte grond/wortels nekt de plant vaak in de winter. Hier staat ze dus in pot, in november gaat ze de koude kas in en houd ik haar droog, tot ze half april voeding en vocht krijgt en weer naar buiten mag. Zo overwintert ze hier al jaren prima.

Deze heester geeft veel heldergroene, langwerpige blaadjes en in de zomer heel kleine groenwitte bloempjes.

Over de smaak; de beste citroensmaak die ik ken; zowel het aroma als de smaak zelf; heel fris, licht. En erg lekker in zowel thee als ijsthee. Trouwens ook prima als vervanging voor citroengras in curries, stoofschotels, etc. Erg lekker vinden we hier een thee van 2/3e deel Aloysia en 1/3e deel Zwitserse munt (Zwitsere munt is zo’n beetje de ‘spearmint’ onder de muntrassen; een heel frisse munt), samen geeft dat (van vers blad) een lichtgroene thee met een heel licht en fris karakter; munt en citroen werken heel goed samen

Appel Gloster 6

Appel

Van de appel kun je zowel de bloesem als de vrucht gebruiken. In het voorjaar kun je de zachtroze bloesem in de thee doen; dat staat heel leuk. Maar als ik heel eerlijk ben proef ik er niet heel veel van in de thee (uiteraard afhankelijk van wat je nog meer in de thee hebt gedaan). In de verte een wat bloemige, poederige smaak. Dat geldt niet voor appel zelf; de vrucht geeft een zachtzoete, fruitige smaak, zowel bruikbaar in warme als in koude thee.

Bedenk dat appel wel ‘smelt’, bij het zetten van thee wordt de appel uiteindelijk een moes en laat daardoor wat troebel vocht achter. Voor ons geen enkel probleem, maar bedenk dat, als je dat niet mooi/lekker vindt, je haar goed moet zeven na het trekken.

Melissa officinalis aurea

 

Citroenmelisse

Melissa officinalis. Snelgroeiende winterharde vaste plant. Wel een beetje mee oppassen want woekeren is een groot woord, maar ze kan best snel uitbreiden (en zich ook uitzaaien). Er is groene citroenmelisse en geelbonte citroenmelisse (foto), en die laatste staat dan wel extra mooi in een glazen theepot.

Citroenmelisse heeft een sterk citroenaroma (geur), maar de smaak is lang niet zo sterk als de geur. Dus uiteindelijk kun je er toch best veel van in de thee gebruiken zonder dat de smaak echt overheersend wordt. Zelf gebruik ik in thee waarin ik de citroengeur en -smaak overduidelijk aanwezig wil laten zijn de Aloysia triphylla. De citroenmelisse gebruik ik meer in thee met verschillende andere kruiden (lekker om te mengen met Monarda en ananasmunt). Of gewoon voor het mooi/leuk/lekker als toevoeging in thee waar ook al Aloysia of citroengras of citroenmunt zit

Munt Grapefruit

 

Munt

Mentha (spicata, x piperita, etc.). Winterharde vaste plant. Wel mee oppassen omdat ze wel behoorlijk woekert. Om die reden heb ik alle muntsoorten in pot staan. En in die potten kunnen de planten gewoon zomer en winter blijven staan, ze is zo sterk dat wat droogte of juist een natte winter geen probleem voor haar is.

Op de foto zie je Grapefruitmunt.

Vroeger was munt gemakkelijk te beschrijven; munt heeft een heel eigen aroma en smaak, dat wat je ook in pepermunt, tandpasta, etc. terug vindt. Geeft dus een erg lekkere, frisse smaak aan thee zowel warme als koude thee). Maar de laatste jaren zijn er enorm veel Cultivars gekweekt; chocolademunt, de al genoemde grapefruitmunt, ananasmunt, Zwitserse munt, Marokkaanse munt, citroenmunt, gembermunt, banaanmunt, mandarijnmunt, aardbeimunt, etc.. En al die Cultivars hebben wel degelijk ook allemaal een eigen geur- en smaakaccent. Ik heb ze niet allemaal gebruikt maar hieronder even de soorten die ik wel ken/heb/heb gebruikt:

  • Chocolademunt; heeft een duidelijke hint van iets als ‘After Eight’ in zich. Doet me ook heel sterk denken aan Agastache (dropplant, maar dat is verwarrend want Agastache ruikt en smaakt niet naar drop maar ook naar anijs, iets van munt, iets kruidigs). Maar over Agastache later meer.
  • Grapefruitmunt: is een frisse munt, iets van citrus in het aroma en smaak en daardoor zeer geschikt voor combinaties met citroenachtige smaken (als Aloysia triphylla, citroenmelisse, etc.)
  • Aardbeimunt; vind ik zelf niet lekker; heeft een heel uitgesproken, bijna weeïg aroma. Sommige mensen vinden haar juist wel lekker, dus vooral ruiken en proeven en zelf bepalen. De geur zit in ieder geval niet in de frisse hoek maar meer aan de warme, kruidige kant.
  • Citroenmunt: heeft een frisse citrusgeur en -smaak, net als grapefruitmunt dus zeer geschikt voor frisse smaken en combinaties met citroenmelisse, Aloysia, fruit, etc.
  • Ananasmunt; heeft een kruidige, zoetige smaak en geur. Zit ook wel in de hoek van aardbeimunt en de geur is even wennen, maar die vind ik dan weer wel lekker. En lekker in de thee, maar dan met Aloysia maar ook Monarda (Bergamot, dat wat in Earl Grey-thee zit, ook daarover later meer) (fris maar ook kruidig dus)
  • Zwitserse munt; vind ik één van de lekkerste muntrassen; omdat ze zo heel fris is, bijna als de meest frisse kauwgum waarmee van die reclames in de sneeuw worden gemaakt; als spearmint, dat idee :-). En daardoor erg lekker in zowel warme als koude thee. Wel sterk van smaak en dus goed doseren.
  • Gembermunt: zit een beetje in de hoek van ananasmunt; frisse munt maar ook iets kruidigs, maar minder dan ananasmunt. En daardoor voor heel veel soorten thee geschikt, past vrijwel in elke thee.

Alle muntsoorten zijn dus zeer geschikt voor de thee, zowel vers als gedroogd. Maar elke muntsoort geeft een eigen accent, erg leuk om mee te variëren en te proeven welke munt het lekkerst is in combinatie met andere kruiden.

Rabarber

 

Rabarber

Van de rabarber gebruik je de stengel. Je oogst haar alleen in het voorjaar (tot eind juni, omdat daarna het gehalte aan oxaalzuur in rabarber stijgt). Voor thee maakt het natuurlijk niet zo heel veel uit als je in de zomer ook eens een stengel gebruikt voor een lekker frisse ijsthee, omdat de hoeveelheid die je dan zo af en toe gebruikt maar klein is. Maar toch wel iets om rekening mee te houden, gebruik er niet te vaak en teveel van.

rabarberstengels in de thee geven een frisse, zure smaak, zowel bruikbaar in warme als in koude thee, maar in koude thee (is mijn persoonlijke mening) lekkerder, omdat rabarber natuurlijk ook echt zuur is. Bedenk dat, net als bij appel, ook rabarber ‘smelt’, bij het zetten van thee wordt de rabarber uiteindelijk een moes en laat daardoor wat troebel vocht achter. Voor een heldere thee/ijsthee  moet je haar goed zeven na het trekken (zelf vind ik dat troebele niet zo erg, en uiteindelijk zakt het ook wat naar de bodem, als een soort bezinksel).

 

En na ervaring hoop ik over deze soorten nog eens wat te schrijven (oftewel dit is een geheugensteuntje voor mezelf, soorten die ik niet moet vergeten te beschrijven :-))

  • peer
  • kweepeer
  • vijg
  • aalbes (rood en wit, alleen voor vers gebruik)
  • braam (alleen voor vers gebruik)
  • pruim
  • zwarte bes (zowel de bes als het blad)
  • kruisbes
  • blauwe Bes
  • framboos (allen voor vers gebruik)
  • druif
  • aardbei

 

  • Agastache
  • Monarda
  • Salvia microphylla (bloempjes en blaadjes)
  • roos (de bloemblaadjes)
  • Stevia rebaudiana (een plant waarvan de blaadjes heel zoet smaken)
  • Foeniculum vulgare (venkel, zowel het blad en bloemschermen als later in het seizoen de zaden)
  • Borago officinalis (komkommerkruid)
  • Pimpinella anisum (anijs)
  • worteltjes (zoet)
  • knolvenkel (anijs, kruidig zoet)
  • bietjes (zoet en geeft een mooie rozerode kleur)

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief